De tomatenplant als voorbeeld

tomatenplant
tomatenplant

De tomatenplant wordt in de moderne teelt klimmend gekweekt en heeft een trosvormige bloeiwijze. De tomatenplant vraagt een hoge dosering van bemesting waarbij de behoefte aan Kalium(K) in de vruchtontwikkeling verhoudingsgewijs hoog is. De kleur en stevigheid van de vruchten wordt beïnvloed door het type bemesting, i.e. verhouding van meststof-elementen gedurende wel bepaalde momenten on de cyclus.

Hogere doseringen van meststoffen zorgen voor meer zuren en suikers wat een sterkere smaak oplevert en smaakt de tomaat zo minder melig en sappiger. De uiteindelijke smaak hangt af van de samenstelling van de tomaat. Een tomaat bestaat voor het overgrote deel uit water en bevat slechts 5 – 7% droge stof. Van die droge stof is de helft suikers, 9% appelzuur, 4% citroenzuur en de rest bestaat uit aminozuren, mineralen en zouten. Hoewel een tomaat meer dan 400 aromatische stoffen bevat, maken deze slechts 0,1% van de tomaat uit.

De twee belangrijkste smaakmakers zijn het niveau en de verhouding tussen zuur en zoet. Bij een zowel laag zoet- als zuur gehalte is het resultaat een waterige tomaat, terwijl teveel suiker en te weinig zuur leidt tot een flauw smakende tomaat., vergelijkbaar met een overrijpe tomaat. Meer zuur en minder suiker daarentegen geeft een scherpe smaak. Extra zout bevordert de zoetheid en zachtheid , extra Kalium(K) voor een zuurdere smaak.

De afstand tussen de tomatenplanten vergroten leidt tot grovere en zoetere tomaten. De planten vangen zo meer licht en produceren meer suiker(fotosynthese). Gewoonlijk plukt men de balderen boven een rijpe tros om het oogsten te vergemakkelijken met als gevolg een lagere suikerproductie. Laat de teler dit achterwege dan levert ook dit zoetere vruchten op.

De tomatenplant functioneert het beste bij relatief hogere temperaturen. In gematigde gebieden wordt daarom onder glas gekweekt. Algemeen geldt dat bij hogere temperaturen omzettingen resulterend in groei en vruchtontwikkeling sneller verlopen met als voorwaarde dat de nutriële(meststof) aanvoer evenredig is.

Teelt op hydroculturen levert doorgaans minder smaak dan op organische substraten door gebrek aan organische meststoffen. De kwantitatieve resultaten zijn nagenoeg gelijk.